De betekenis van de uitvaart
|
|
De
dood is niet iets waar we veel aan denken, niet voor onszelf en niet voor onze
dierbaren. En toch, voor ons die geloven in Jezus Christus, is de dood niet
alleen een noodlot waar we eens mee te maken krijgen, maar een ‘deur’
waardoor we het leven binnengaan. Daar zal onze levenslange tocht ten einde
lopen en zullen we ervaren waarvoor Jezus is gestorven en verrezen: om ons
toegang te geven tot het leven van Vader, Zoon en heilige Geest.
In
een katholieke uitvaart bidden we dat de overledene mag binnengaan in het
paradijs. Daaruit putten we kracht voor familie en nabestaanden om een moeilijke
tijd goed door te komen.
Bisschop
Hurkmans van ‘s-Hertogenbosch schrijft daarover:
“De uitvaart binnen de katholieke Kerk is een Paasviering. Als geloofsgemeenschap vertrouwen we onze dierbare overledene aan God toe. Zonder dat het de pijn rond iemands overlijden kan wegnemen, troosten we elkaar in het vertrouwen dat God, die tijdens ons leven met ons mee is getrokken, ons ook door de dood heen zal vergezellen. Daarbij is de verrezen Heer ons grote voorbeeld: omwille van Zijn dood en verrijzenis, mogen wij vertrouwen dat God ook ons zal thuisbrengen. Dit vieren we in de uitvaartliturgie. Het is iets heel kostbaars, daarom wil de Kerk er zorgvuldig mee omgaan. We spreken daarom over uitvaartliturgie en niet over een herinnerings- of afscheidsdienst.”
(Brochure
Kiezen voor een kerkelijke uitvaart - zie ook menu 'informatie en links')
De
Kerk heeft altijd het gebed voor de overledenen aangemoedigd. Deze praktijk gaat
terug tot het Oude Testament waar de Makkabeërs reeds baden voor hun gevallen
broeders in de strijd. Zij hoopten daarbij op de verrijzenis van het lichaam.
Vanaf de tweede eeuw van onze jaartelling, wordt de Eucharistie gevierd voor de
zielenrust van de overledenen.
Door
te bidden voor de overledenen, drukken de gelovigen uit dat zij geloven dat de
dood niet het einde is, maar een moment van verandering. Gebed tot de
barmhartige God helpt de doden, maar doet ook onszelf goed: het geeft genade en
versterkt onze eigen hoop op een eeuwig leven.
Onze
banden met familie en vrienden gaat dus ook niet verloren door dood. We eren hen
door hen een waardige christelijke uitvaart aan te bieden, en we begeleiden hun
tocht naar de hemel door ons gebed. Als zij eenmaal zijn aangekomen op hun
bestemming, geven zij ons op hun beurt kracht door het altijddurend gebed dat
zij in het eeuwig geluk mogen uitspreken.
Als
volgelingen van Jezus Christus, hernemen we voortdurend dat ons echte vaderland
in de hemel is, en dat we alleen maar pelgrims zijn in deze wereld. Daarom
bereiden we ons eigenlijk constant voor op de toekomst, door het christelijk
leven vandaag.
Maar
als de komst van Gods eeuwig Rijk dichtbij komt, zal de priester de
ziekenzalving toedienen, om waar mogelijk gezondheid te geven, maar in ieder
geval ook geestelijke kracht om het lichamelijk lijden te dragen. In de laatste
uren zal de H.Communie de uiteindelijke vereniging met Christus voorbereiden en
voedsel geven voor onderweg. (het "viaticum")
Enkele
elementen in een uitvaartviering kunnen worden aangepast aan de verlangens van
de familie. Maar de uitvaart is meestal (nog) in het kader van een
Eucharistieviering. Dan is de structuur van de Eucharistie uiteindelijk bepalend
hoe een uitvaart wordt vormgegeven.
De
Eucharistie is van enorme betekenis voor het geestelijk leven. Maar het is ook
een kern-element in het beleven van leven en dood. Aan het Laatste Avondmaal, op
de avond voor Jezus’ eigen lijden en sterven, maakte de Heer Jezus van brood
en wijn zijn Lichaam en Bloed, dat Hij aan de Vader offerde voor onze redding.
In het Eucharistisch offer vieren de gelovigen elke keer opnieuw het
Paasmysterie, het geheim van sterven en verrzijzen van Christus. Maar in dat
geheim worden ook wijzelf mee-opgenomen en daarbij heel bijzonder de doden die
op weg zijn naar de verrijzenis. Daarom is het vieren van de Eucharistie bij een
uitvaart niet zomaar iets. Het gaat over Christus, maar in Hem ook over onszelf
en de dierbare overledene.
Soms
kan het echter voorkomen, dat (bijvoorbeeld vanwege de samenstelling van de
familie of een verwijdering van het geloof bij de directe nabestaanden) bij de
uitvaart geen Eucharistie wordt gevierd. Een viering van Woord en Gebed is dan
meer gepast. Ook dan blijft de uitvaart natuurlijk een echte kerkdienst. Dat
betekent dat niet alles wat bij een Eucharistie ‘niet mag’ nu opeens wel zou
mogen als er geen Eucharistie wordt gevierd.
Nadat
de Heer Jezus was gestorven, werd Hij geprepareerd en begraven volgens de Joodse
rituelen. Nadat Hij drie dagen in het graf had gerust, verrees Hij uit het graf
en daarmee maakte Hij de graven van al zijn volgelingen heilig. Ook wij allen
zijn bestemd om eens op te staan en een nieuw lichaam te krijgen. Graven van
christenen zijn dan ook plaatsen van leven en verrijzenis, niet alleen plekken
om te treuren en te herdenken.
Onze
christelijke begraafplaatsen worden daarom gezegend met de bedoeling om het
lichaam te bewaren tot de dag van de verrijzenis.
Daarbij
moeten we natuurlijk niet te letterlijk nemen dat God alle stukjes van een
lichaam precies zal verzamelen. Het lichaam vergaat in de aarde of verbrandt bij
een crematie. Wij krijgen uiteraard eens een nieuw lichaam. Waar het om gaat bij
begraven of cremeren is: het geloof in het nieuwe leven en de hoop op de
verrijzenis. Dat betekent dat we met eerbied omgaan met de stoffelijke resten en
zorgen dat zij waardig kunnen rusten, in een graf , een urn of eventueel
uitgestrooid op een plaats die daarvoor is aangewezen.